Graphic Surgery 

Graphic Surgery

Een collectieverhaal door Jeroen Koolhaas

Vele jaren hield ik mij bezig met graffiti. Om eerlijk te zijn voornamelijk in schetsboeken en soms een schutting of muurtje. Ik oefende mijn tag op ongeveer alles. Als een bezetene bestudeerde ik de tags en pieces in de stad. Er zaten altijd een paar tussen die me vervulden met ontzag, met snelheid en vol overtuiging gezet. Elke letter in een eigen houding naast de andere zoals in de foto’s van breakdance en graffiti crews uit New York in de jaren 80.  Het had iets natuurlijks, alsof die letters alleen maar op die manier naast elkaar konden staan en dat straalt autoriteit uit. Zo werd ik soms overvallen door een soort letter jaloezie. 

Later in mijn leven maakte ik grote muurschilderingen. Ik bestudeerde andermans werk net als vroeger en heel soms kreeg ik hetzelfde gevoel van; had ik dat maar gemaakt of bedacht. Dat gevoel had ik toen ik voor het eerst de witte lijnen op het ACTA gebouw aan de Louwesweg zag. Ik twijfelde eerst of het onderdeel was van de architectuur. Toen viel me een nogal grote druiper van witte verf op, onder een van de diagonale lijnen, die zo was geplaatst als alleen een graffiti artiest het kon doen. Het werk slaagt erin om één groot gebaar te maken. Een bijna natuurlijke reactie op de vorm en schaal van het gebouw. Alsof de kunstenaar een verborgen laag heeft blootgelegd onder het beton. Er zit een duidelijk systeem in maar een ook bijna onopvallende willekeur in hoe de lijnen op elkaar aansluiten. Zo natuurlijk, direct en krachtig als een perfecte tag.